Tai chi is een eeuwenoude  Chinese bewegingskunst die leidt tot het ontspannen van lichaam en geest. De volledige titel is Tai Chi Chuan waarbij het laatste woord “vuist”of “boksen” betekent. Filosofisch gezien is tai chi het eerste beginsel van alle dingen en wordt het voorgesteld door het yin/yang-teken. Yin en Yang weerspiegelen tegenovergestelde eigenschappen zoals mannelijk en vrouwelijk, activiteit en passiviteit, hardheid en zachtheid, licht en donker. Uit de elkaar aanvullende wisselwerking van yin en yang kwamen de vijf  elementen voort: water, hout, vuur, aarde en metaal. Het kernbegrip is echter “chi”, hetgeen vertaald kan worden met “innerlijke energie”. Deze chi wordt via meridianen naar alle delen van het lichaam gevoerd. Volgens de Oosterse wereldvisie is chi de essentiële kracht die altijd moet stromen want blokkades leiden tot ziekte en gebrek. Tai chi combineert langzame, vloeiende bewegingen, ademhaling en concentratie om chi beter te laten stromen.

De oorsprong van Tai chi is onduidelijk omdat het vroeger in het geheim werd beoefend. De begrippen “chi ”en “yin”en “yang” lezen we voor het eerst rond 2850 v Christus in de I Tjing ( het Boek der Veranderingen). Rond 2700 v Chr. vernemen we dat de Gele Keizer ( grondlegger van de Chinese geneeskunde)  heilzame oefeningen deed gebaseerd op de bewegingen van dieren. In de zesde eeuw na christus was het de Indiase  monnik Bodhidharma die het Zenboeddhisme naar China bracht en de monniken van de Shaolin tempel  oefeningen leerden. In de achttiende eeuw ontstaat de tai chi gedurende de Chen dynastie ( de Chen stijl) en een eeuw later wordt de Yang stijl ontwikkeld. In de twintigste eeuw heeft Cheng man Ching de stijl vereenvoudigd tot een korte vorm (37- vorm) en zich ingespannen de tai chi wereldwijd te verspreiden. Deze 37 vorm wordt ook door ons beoefend.

Tai chi is geschikt voor iedereen.  De ritmische en vloeiende bewegingen zijn heilzaam voor de spieren, de gewrichten en bloedcirculatie. Bovendien bevordert tai chi de stofwisseling en het functioneren van de organen. Met tai chi wordt het gehele lichaam op drie fronten getraind: de spieren worden sterker en soepeler zonder al te veel te belasten; de algehele fysieke conditie verbetert waardoor allerlei klachten kunnen verminderen of zelfs verdwijnen; onrust wordt omgezet in rust, een meer in balans zijn.

De langzame bewegingen die in een bepaalde volgorde worden beoefend, noemen we de vorm.  We oefenen zowel de oude als de nieuwe Yang –stijl. In de oude stijl komen de volgende vormen aan bod: 37, 28 en 40. In de nieuwe stijl trainen we: 8 (soms 10 genoemd), 16 en 24. Daarnaast oefenen we gecombineerde of wedstrijdstijlen zoals 32, 42 en 48. In iedere les beginnen we met een “warming-up” in de vorm van Liangong ( rek en strekoefeningen) of verschillende vormen van Chi Kung. Uiteraard  wordt er ook aandacht besteed aan de werking van chi, de meridianen en de leer van de elementen.